Na het hardlopen, is de mountainbike mijn sportieve vriend geworden. Ik heb hem gekocht, zodat ik zowel op verharde wegen als in het bos of op de hei mijn weg kan vinden. Het MTB-en geeft me een ultiem gevoel van vrijheid. Onder alle omstandigheden kan ik ‘uit de pedalen’. ‘Ik heb het stuur in handen!’ Natuurlijk is die vrijheid niet absoluut. Als ik met mijn vrouw ga biken dan gaat het op een ander tempo, zijn de afstanden aangepast, maar het gevoel dat ik erover ga, blijft dominant aanwezig. We overleggen op zijn minst en mijn inbreng voor de bestemming, route of de snelheid is even waardevol als die van haar. Ook onze laatste vakantie is deze tweewieler nadrukkelijk aanwezig. Op de Veluwe en in Friesland hebben we veel kilometers weggetrapt.
Het doet me terugdenken aan een eerdere vakantie in de buurt van Rhenen. “Kom een rondje op de tandem”, vraagt mijn dochter. Op één of andere manier trekt zo’n ding mij niet. “Als ik erop wil, dan wil ik per se voorop”, ‘hoor’ ik mezelf denken. Zoals vaker, ziet ze meer van gezicht af dan ik laat horen. Ik neem respijt en kan mijn (on)bereidheid nog een paar uur uitstellen, maar na het eten moet ik er toch aan geloven.
Ze staat klaar met de tandem en natuurlijk ….. de plaats die vrij is, is de achterste, de laatste plek, de passagiersplek, de bijrijdersplek, waar je eigenlijk voor spek en bonen meedoet. Althans zo voelt dat voor me. We maken een kleine rondje rondom de boerencamping.
De aarzeling om erop te gaan zitten, wordt me wel duidelijk. Ik voel me opgesloten zitten. Ik kan niets! Niet sturen! Niet bepalen waar we naar toe gaan. Ik wil naar rechts, maar ik word naar links weggevoerd, afgedreven. Mijn lichaam protesteert, omdat het niet doet wat mijn geest wil. Of is het andersom? Ik voel steeds meer weerstand. Ik volg me niet meer. Ik kan alleen maar trappen en zelfs dat kan niet anders dan volgend op de ander. Ik word onrustig en wil eruit breken, afstappen. Maar ja, mijn dochter rijdt door en vraagt hoe het is. “Vreselijk”, zeg ik, “Ik vind het echt NIKS. Mag ik voorop?” Ze laat me nog even worstelen. “Je hebt graag alles in eigen hand, toch? Ze lacht van herkenning. Daarna ben ik aan de beurt.
Het volgende rondje zit ik op de bok. Maar het voelt toch niet zo lekker. Nu mag ik het bepalen, maar het voelt zwaar. Ik sleep wel ballast mee en ik heb sterk de indruk dat ik alleen aan het fietsen ben. Soms is leiden ook lijden! Ik kijk achterom en zie mijn dochter er van genieten. Kennelijk zit ze er anders op dan ik. Ik laat me niet op mijn kop zitten, ook niet door mezelf.
Ik besluit nog een keer achterop te gaan en wil me overgeven aan de plek, de positie. Nu lukt het me beter. Ik kan loslaten, volgen en in afhankelijkheid me toch vrij voelen. Ik ontspan en geniet van het ritje met mijn dochter.
Misschien herken je het gevoel wel, “Ik zit opgesloten in mijn leven. Ik kan niet de kant op waarheen ik eigenlijk wil. Of ik sleep teveel ballast mee”.
Ik nodig je uit samen op de coach-tandem te stappen en te gaan ervaren wat het met jou doet.FacebookTwitterLinkedInDeel